woensdag 18 januari 2012

Kleinkinderen

Laatst zat ik in de trein en naast me zat een ouder echtpaar. Ze groetten mij en ik groette hen, waarna ik rustig in de bank wegzakte. Zoals gebruikelijk is het eerste dat ik doe mijn mobiel uit m’n zak halen en vervolgens doelloos door mijn homescreens ga scrollen. Vaak eindigt de tocht bij de app van nu.nl, waarna ik via een omweg nog even op Facebook kijk om vervolgens mijn ogen dicht te doen bij een heerlijk nummer.   

Moe van een lange dag vielen mijn ogen dicht als zware rolluiken. Helaas duurde dit, zoals altijd, niet langer dan een kwartier. Het ‘mooiste’ aan treinslapen vind ik namelijk de geweldige ergonomische houding die je hebt in de overheerlijke, zachte en warme NS stoelen. Na dat kwartier dommelen voel ik mijn lumbale wervelkolom als nooit tevoren. Eerlijk, een betonnen vloer in een Noord-Koreaanse staatsgevangenis ligt beter. Enige nadeel van die plek is het jammerende volk dat je continu uit je slaap houdt. Maar dat even terzijde. 

Slapeloos van mijn zithouding en verveeld door het nieuws, of het gebrek eraan, besloot ik te gaan mensenkijken. Het rustige tijdstip maakte dat de trein allesbehalve vol zat, dus restte niets anders dan het oude echtpaar naast mij te bestuderen. Zij zat rustig te lezen, hij haalde een apparaatje uit zijn binnenzak waarvan ik, vooringenomen dat ik ben, meteen dacht dat het zo’n lelijk budgetmobieltje van een paar tientjes was. Niets was minder waar. Meneer had namelijk één van de, zo niet dé allernieuwste smartphone in zijn handen. 

Op het display zag ik in een flits het Facebookblauw voorbijvliegen. Iets dat ik nog minder kon bevatten dan alleen al het bezit van die smartphone, hij gebruikte het dus ook en misschien zelfs met een doel. Sterker nog, de artistieke behendigheid waarmee hij over zijn touchscreen veegde, leek op Pablo Picasso die de Guernica schilderde. Het gemak waarmee hij zijn mobiel een aantal keer uit zijn binnenzak toverde, had wel iets weg van een cowboy in zo'n oude western die zijn revolver uit zijn holster haalt. Hij haalde het ding elke twintig tellen tevoorschijn om een nieuwe foto aan zijn echtgenote te laten zien. Zij bekeek elk kiekje aandachtig, zei niets maar glimlachte vriendelijk naar hem. 

Het mensenkijken werd er door deze behendige man niet aangenamer op. Het gaf me namelijk het gevoel dat ik nog veel te leren heb of ouderen misschien veel meer te zien hebben op Facebook dan ik?! Zij hebben immers kleinkinderen waarvan ze kiekjes met andere bridgevrienden kunnen delen. Zij maken foto’s en verslagen van die bridgewedstrijden. Zij kunnen vervolgens met diezelfde kleinkinderen naar een pretpark…en daar weer foto’s en verslagen van maken, die ze dan wéér met al hun bridgevrienden delen.

Maar wat moet de gemiddelde jongere nog met Facebook? Hoe je het ook wendt of keert, het komt niet verder dan foto’s en verslagen van beschonken vrienden voor het lokale dorpscafé (of keet natuurlijk, mocht je uit Brabant of de achterhoek komen). Rode oogjesreductie aan en hoppa… weer een fantastisch weekend vereeuwigd! Leuk voor je nageslacht, mocht je tegen die tijd nog vruchtbaar zijn en niet je hele hormoonhuishouding om zeep hebben geholpen door die mierzoete, glazuurvretende mixdrankjes.  

Als je het mij vraagt; Ik kan in niet wachten tot ik mijn kleinkinderen op Facebook kan zetten… 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten